Feit & Fabel Broodverbetermiddelen

Als bakker lever je elke dag aan klanten in jouw winkel vers brood van een zo constant mogelijke kwaliteit. Door het gebruik van broodverbetermiddelen gaat er zo min mogelijk verkeerd in het productieproces. Zo verbetert een broodverbetermiddel de textuur (malsheid), kleur, smaak en samenstelling van het brood. Er bestaan nogal wat (on)waarheden over broodverbetermiddelen. Tijd voor opheldering!

Dr. Ir. Peter Weegels is directeur EBIC (European Bakery Innovation Centre) en houdt zich bezig met productontwikkeling en open innovatie, de basis voor groei. Peter legt uit hoe het zit met termen die veel gebruikt worden als het over malsheid gaat.


De feiten & fabels over Broodverbetermiddelen

Ontdek meer over broodverbetermiddelen


Feit en fabel

  • Vet zorgt voor een betere malsheid.

    feit of fabel?
     

     FABEL: Hier kunnen we kort over zijn. Dit is simpelweg niet juist. Vet in brood zorgt voor een kortere afbeet, waardoor het gemakkelijker is om een hap van een snee brood te nemen zonder dat je eraan moet trekken.


  • Een broodverbetermiddel kan ook als procesverbeteraar gebruikt worden. 

    feit of fabel?
     

     FEIT: Dit is het geval. Uiteraard gebruik je verbetermiddelen om de consumentenkwaliteit te verbeteren, maar ook tijdens het proces kan een broodverbetermiddel een gunstige werking hebben op het deeg. Zo kan het broodverbetermiddel de tolerantie vergroten of plakkerigheid van het deeg beïnvloeden. 

  • Brood mag geen conserveringsmiddelen bevatten.

    feit of fabel?
     

     FABEL: Het is wettelijk toegestaan om brood te conserveren voor een langere houdbaarheid. Zo mag azijn sowieso worden toegevoegd om brood te conserveren. Omdat wij in Nederland en België veel dagvers brood hebben, is het eigenlijk niet nodig om conserveermiddel toe te voegen. Vandaar dat conserveermiddelen lang niet altijd worden toegevoegd aan het brood. Aan roggebrood wordt vaak wel een conserveermiddel toegevoegd. 

  • Door de invloed van broodverbetermiddelen, krijg je meer deegtolerantie.

    feit of fabel?
     

     FEIT: Dankzij de werking van een broodverbetermiddel, kun je kleine variaties in bloemkwaliteit opvangen en de bijbehorende nadelige effecten hiervan verminderen. Het gebruik van het juiste broodverbetermiddel zorgt voor een constanter eindproduct. 


  • Enzymen en ascorbinezuur zijn in een broodverbetermiddel de belangrijkste functionele componenten.

    feit of fabel?
     

     FEIT: Dit klopt. Enzymen en ascorbinezuur bepalen voor het overgrote deel de structuur, het volume, de verwerkingseigenschappen en de malsheid van het brood. 


  • E-nummers zijn slecht voor de gezondheid.

    feit of fabel?
     

     FABEL: Dit is niet waar, want ook natuurlijke grondstoffen kunnen een e-nummer hebben. Vitaminen (zoals vitamine C oftewel ascorbinezuur/E300), zuren (azijnzuur) en sommige verdikkingsmiddelen hebben een broodverbeterende werking. Deze stoffen kunnen van nature aanwezig zijn en zijn daarmee zeker niet slecht! Daarnaast zijn alle e-nummers de best gecontroleerde grondstoffen en worden deze op regelmatige basis onderzocht door de Europese Unie op veiligheid.

  • Hoe meer broodverbetermiddel je toevoegt, hoe beter de kwaliteit.

    feit of fabel?
     

     FABEL: Dit is helaas niet het geval. In de gebruikte receptuur is er altijd sprake van een optimum, omdat je het aantal werkzame stoffen ook kunt overdoseren. Dit heeft juist een negatieve invloed op de verwerkings- en productkwaliteit. Meer is dus niet altijd beter!

  • Zout geeft een brood verbeterende werking.

    feit of fabel?
     

     FEIT: Zout heeft niet alleen invloed op de smaak van het brood, maar ook op de deegeigenschappen. Zout ondersteunt het broodverbetermiddel in zijn werking. Zout zorgt ervoor dat het deeg steviger is, minder plakkerig wordt en zich beter ontwikkelt. 

Feit & Fabel Broodverbetermiddelen

 
11/13
Klik op het menu voor inhoud en andere functies.

Gebruik de pijlen aan de zijkant om door het magazine te bladeren.
Loading ...